Tsjernobyl

Op 26 april 1986 vond de nucleaire ramp in Tsjernobyl (Oekraïne) plaats.  Door de wind en regen viel er radioactieve fall-out over grote delen van Oost-Europa neer, vooral in Noord-Scandinavië.


Zweedse wetenschappers ontdekten de radioactiviteit voor het eerst 2 dagen na de ramp, waardoor tonnen verse producten moesten vernietigd worden.  Korstmos, de belangrijkste voedselbron voor rendieren, werkte als een spons en absorbeerde grote hoeveelheden straling.  Op het moment van de explosie werd geschat dat er gedurende 40 jaar geen veilig rendiervlees meer zou kunnen gegeten worden.  Maar gelukkig viel het in werkelijkheid iets beter uit, hoewel er overal in Lapland grond nog steeds besmet is.  In 1986 werd 80% van de Zweedse rendierpopulatie geslacht, uiteraard een ramp voor de Sámi.  Ze zeggen dat het nog steeds te vroeg is om in te schatten wat de gezondheidsrisico's voor de Sámi en andere inwoners van Lapland nu echt zijn, gezien de incubatieperiode voor kanker ten gevolge van straling kan verschillen van 5 tot 30 jaar...
Stralingsvrij korstmos wordt nog steeds geïmporteerd als aanvulling op het voedsel voor de rendieren.  Een paar weken voor ze geslacht worden, krijgen de rendieren speciale korrels, die ervoor zorgen dat radioactief Cesium niet in de bloedstroom terecht kan komen en zo stralingsniveaus in vlees 50 tot 75% doet zakken, in melk zelfs tot 80%.  Ondanks deze maatregelen schat men dat de besmettingsgraad bij rendieren in Lapland hoog zal blijven gedurende de komende 20 jaar.  Dus misschien toch best niet al te veel rendier eten 😉.

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/slachtoffers-van-tsjernobyl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten